Waarom is de dierenarts duur?

Er is in de media veel te doen over de prijzen van dierenartsen. Er wordt vaak van alle kanten wat geroepen, maar niet heel erg veel geluisterd. Baasjes mopperen “de dierenarts is duur“, dierenartsen voelen zich persoonlijk aangevallen, en journalisten hebben een mooi emotioneel onderwerp wat veel clicks oplevert.

Maar waar komt het nu allemaal vandaan? Is de dierenarts te duur?

Dierenartsen kosten veel geld. Een simpel bezoekje kost al snel honderd euro, en als er spannende dingen nodig zijn is het al snel vele honderden tot duizenden euro’s. Elk getal met twee nullen of meer is veel geld. Maar is het ook duur? Want dat zou betekenen dat het te veel geld is, en dat het dus goedkoper kan. Waar komen de prijsverschillen vandaan. En wat heeft de komst van (internationale) ketens hier mee te maken?

Dat gaan we in dit stukje proberen uit te leggen. Daar gaat een beetje rekenwerk bij komen kijken, dus om het leesbaar te houden, hebben we hier en daar wat hoekjes afgesneden.

Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)

In tegenstelling tot kappers en fietsenmakers, vallen dierenartsen niet onder het lage BTW percentage. Alle handelingen, gebruikte spullen en gegeven medicatie zijn dus 21%. Daar kunnen we allemaal wat van vinden, maar zolang dat zo is, gaat van elke 100 euro die je uitgeeft bij de dierenarts ongeveer 18 euro naar de belastingdienst. Waarom niet 21 euro? Omdat de medicijnen die je overhandigd krijgt, maar voor 9% belast zijn. Nu hoeven we de overheid ook weer niet meteen de roverheid te gaan noemen. Effectief kost een consult van 50 euro dus, in een ideale wereld zonder BTW, nog steeds 40 euro. Dat is nog steeds niet een goedkoop iets.

Opbouw van de kosten van dierenklinieken

Gemiddeld genomen, worden de kosten van een dierenkliniek verdeeld onder personeelskosten, inkoopkosten en overige kosten. En dan blijft er een bepaald percentage over voor de eigenaar van de kliniek. In zelfstandige klinieken is die eigenaar meestal ook een dierenarts die op de werkvloer meewerkt.

Nu zijn er een hoop verschillende groottes kliniek, en een hoop verschillende type klinieken. Je hebt klinieken met één dierenarts en twee assistenten, maar ook klinieken met vijftien artsen en twintig assistenten, vijf telefonistes, etc. De ene kliniek ziet enkel katten, terwijl een andere kliniek (ook) varkens, paarden, pluimvee en/of koeien bezoekt. Dus de volgende percentages zijn gemiddelden in de sector, en dan met name in de sector waar de meeste media aandacht voor is: de gezelschapsdieren dierenklinieken.

  • 40% personeelskosten
  • 35% inkoopkosten
  • 15% overige kosten
  • 10% ondernemersinkomen

Wat moet een dierenarts dan kosten

We gaan ook hier een aantal aannames doen, en later zullen we de aannames en prijsverschillen wat verder uitwerken. We nemen aan dat een dierenarts ongeveer twee goede assistenten (para-veterinairen) nodig heeft om te werken. Als je dan de CAO van de sector er bij pakt, kom je op een maandelijkse post van salariskosten van 10.000 uit voor zo’n team.

Dat is per jaar 120.000. Met nog wat andere personeelskosten er bij, nemen we dan voor het gemak 150.000 per jaar.

Er wordt ongeveer 1800 uur op de werkvloer gewerkt door dit team. Per gewerkt uur kosten ze 83,33. Maar dat is maar 40% van de totale omzet die ze zouden moeten halen (weet je nog die personeelskosten van hierboven?). Dus als je dat deelt door 40, en vermenigvuldigt met 100, krijg je ongeveer 200 per uur. Maar dan ben je er nog niet:

Ze zijn echter niet de hele tijd volgeboekt met patiënten en betalende klanten. Zeg dat ze 60% van de tijd daadwerkelijk centjes aan het verdienen zijn. Dan moeten ze in een uur gewerkte tijd 200/100*60=333 euro omzetten.

Wat kost een consult bij een dierenkliniek dan

Een dierenarts wordt meestal per 15 minuten in de agenda gezet. Meestal wordt er bij een consult een extra handeling of medicatie ingezet (en daar valt een vaccinatie ook onder). Maar er zitten ook genoeg goedkopere, of zelfs gratis controles in zo’n uur. Gemiddeld moet een dierenarts per consult ongeveer 83,25 omzetten volgens de bovenstaande berekening, exclusief BTW. Dus 100 met BTW!

Het klinkt natuurlijk erg vreemd, voor iemand die in de zorgsector werkt: iemand moet iets omzetten. En je wilt ook echt niet een manager die bij de arts op de vingers kijkt om te hameren op deze “omzet per consult”. De taak van de baas van de kliniek (in dit rekenvoorbeeld dus de eigenaar dierenarts) is om het prijsbeleid zo te voeren dat de artsen en assistenten dit “doel” halen, zonder dat ze gemotiveerd worden om stoute en onzinnige dingen te doen. Daarom hamert onze kliniek ook op eerlijke prijzen, niet zozeer op lage prijzen. Daarbij helpt het als de baas in kwestie uit de sector komt.

Maar met deze bedragen, is het dus niet gek als een consult zelf 45, 55, of zelfs 65 kost.

Waarom kost chirurgie dan zoveel meer

Chirurgie heeft het voordeel dat het per echt gewerkte minuut heel efficiënt lijkt: elke minuut kun je doorberekenen. Het nadeel van chirurgie is echter dat juist de tijd tussen de operaties de omzet doet verdampen. Het is geen lopende band, waar de chirurg nieuwe handschoenen aantrekt en meteen door kan gaan met de volgende patiënt.

Daarnaast zijn er, naast de chirurg en de twee basis para-veterinairen die genoemd worden in het rekenvoorbeeld, meer mensen nodig om dit op een bepaald niveau te doen (om een voorbeeld te geven van een middelmatig drukke kliniek: terwijl er twee assistenten bezig zijn de volgende patiënt onder anesthesie te brengen, er een assistent bij de chirurg de anesthesie staat te begeleiden, is er ook een assistent bezig met de wakker wordende patiënten en het klaarzetten van de spullen voor de volgende operatie).

Salarissen van dierenartsen, para-veterinairen en ander personeel

Hond met een unieke kijk op eerlijke prijzenLange tijd stonden dierenartsen onderaan bij de gemiddelde salarissen van ‘gestudeerde mensen’ (toen ik ging studeren stonden alleen theologen lager op de Elsevier ranglijst). En de salarissen van de gediplomeerde para-veterinairen zat en zit zo laag, dat toen onlangs het minimumloon een paar sprongen maakte (daarover later meer), het CAO loon van de meeste para-veterinairen werd ingehaald door het minimumloon.

De afgelopen paar jaar, is er een enorme inhaalslag bezig om deze lage salarissen op een niveau te krijgen dat mensen nog steeds dierenarts willen worden (en vooral blijven). De eerste grote winst hierin, is de niet-bindende CAO geweest. Die weliswaar niet bindend is, maar wel als leidend gezien wordt door de meeste dierenklinieken. De tweede grote winst was de komst van de ketens. Want hoewel er een start gemaakt was met de niet-bindende CAO, was het bundelen en professionaliseren van veel klinieken het echte breekijzer die dit in een stroomversnelling gebracht heeft.

Deze CAO stijging, maar ook de flinke minimumloon stijging de laatste jaren, heeft er voor gezorgd dat bovenstaande berekening uitkomt waar hij uitkomt. Dat geldt trouwens niet alleen voor de diergeneeskunde. Overal waar personeelskosten een groot deel uitmaken van de totale kosten, zijn er flinke prijsstijgingen nodig geweest om dit mogelijk te maken. Om een voorbeeld te geven: het minimumuurloon was in 2020 nog 9,70. In 2025 is dat 14,40. Dat is een stijging van bijna 50%.

Medische zorg in ontwikkeling

Wat ook enorm veranderd is in de diergeneeskunde, is de tijd en aandacht die het individuele dier krijgt. Vroeger werd er minder tijd en aandacht besteed aan de geestelijke gesteldheid van de patiënt, en was er ook minder bekend met betrekking tot alle mogelijke aandoeningen. Dat zorgde er voor dat er vroeger minder tijd in elke patiënt ging zitten, en ook minder onderzoek.

We wisten minder, we konden minder, we deden minder. Dat zorgde voor een stuk meer dierenleed.

Elke omschrijving hiervan komt al snel neer op een “opa vertelt”. Daar heeft National Geographic nog een hele tijd mooie televisie van gemaakt. Dat prikkelt de nostalgie, maar levert met moderne inzichten ook veel wrijving op. Ik laat de ethische discussie hierover even voor wat het is.

Opa vertelt #1: het kattenkrab abces

Vroeger: Kat werd uit mandje geschud of getrokken, bult werd bevoeld, kat kreeg een prik met penicilline en ging naar huis.

Nu: Kat komt zelf uit het mandje, of dak wordt er vanaf gehaald. Bult wordt gevoeld. Toestand van kat wordt bekeken. Krijgt wat ontstekingsremmer (uit de familie van ibuprofen) mee naar huis, baasje krijgt uitleg wanneer ze actie moeten ondernemen.

Verschil: Antibiotica komt eigenlijk niet in het abces. Kat voelt zich er wel rot van. Meestal gaat het ‘vanzelf’ goed, maar we ondersteunen dus de patiënt. Daarnaast is het belangrijk om baasje mee te geven, wanneer ze aan de bel moeten trekken.

Opa vertelt #2: castratie kater

Vroeger: Kat krijgt ongezien een prik in de billen met een mengsel van 2 stofjes in een dosering die voor een kat van 2 tot 10 kg “genoeg” is (en dus ietwat veel voor de kat van 2kg). De assistente voert de castratie uit (wat nu bij wet verboden is). Kater wordt wakker geprikt en stuitert alle kanten op, omdat hij nog een erg hoge dosering anesthesie in zijn bloed heeft, of men laat hem uitslapen waarbij hij onbewaakt een lage bloeddruk en onderdrukte ademhaling heeft.

Nu: Kat wordt nagekeken, en krijgt op basis van gewicht en temparement een cocktail van 4 verschillende stofjes. Castratie wordt door arts uitgevoerd. Krijgt daarna een injectie met tegengif. Omdat de dosering van de andere middelen zo laag is, zit hij vrij snel al weer om zich heen te kijken.

Verschil: In beide gevallen gaat de kat levend naar huis. Maar “levend” is niet het hoogst haalbare. Op de nieuwe manier is er minder angst, minder bijwerkingen van de medicatie, en minder belasting van het lichaam.

Medische richtlijnen, medisch niveau

Er zijn in de diergeneeskunde bijna geen harde vereisten en nauwelijks richtlijnen. Elke kliniek, en soms zelfs elke individuele dierenarts, mag zelf bepalen wat zij “minimum standaarden” vinden. De een vindt het niet kunnen dat er een anesthesie plaatsvindt zonder uitgebreid vooronderzoek van de patiënt (bloedonderzoek, hartecho, etc.), terwijl de ander het helemaal prima vindt om hetzelfde hechtdraadje bij meerdere patiënten te gebruiken.

Het is aan u, als klant, om in te schatten welke kliniek (en welke prijs) u vertrouwt met uw huisdier. Dat is enorm lastig, want de gewone consument heeft geen idee van de reden van de prijsverschillen. Het is zelfs goed mogelijk dat een dure kliniek, toch goedkope zorg levert. Doe navraag, kijk elkaar goed in de ogen en denk kritisch na.

Het is natuurlijk verleidelijk om dan te roepen dat er maar een instantie moet komen die kwaliteit afdwingt of meetbaar maakt, maar ook dat kost tijd. En tijd moet ook betaald. Zeker bij het midden- en kleinbedrijf wordt elke regeldruk meteen werkdruk voor de eigenaar. En dus prijsdruk voor de klant.

Prijsverschillen tussen dierenartsen

Elke dierenkliniek is een onderneming. Groot of klein, dat maakt niet uit. Dus elke kliniek heeft de bovenstaande getallen en overwegingen om mee te nemen in hun prijszetting.

Hoeveel tijd steken we in onze patiënten, hoeveel ondernemingswinst willen we behalen, hoe erg vinden we het om in drukke tijden patiënten te weigeren, hoeveel buffer moeten we hebben om tegenslagen op te vangen, etc.

Prijsverschillen van 10%, zelfs 20% zijn prima te verklaren door kleine verschillen tussen praktijken. Als een prijsverschil meer dan 30% is, wordt het verdacht (naar duurder en naar goedkoper). Doe dan gedegen onderzoek als consument!

De grootste kostenpost is personeelskosten. Dus gek lage prijzen moeten uit dit potje komen. Vaak zullen dit kleine praktijken zijn, want dan komt het grootste gedeelte van deze ‘korting’ uit de beloning van de eigenaar/ondernemer. Maar ook op aandacht voor de patiënt voor en (vooral?) achter de schermen kan gekort worden op personeelskosten.

Als jullie goed hebben opgelet gaat er ook veel geld verloren bij de efficiënte inzet van het personeel: een erg goedkope kliniek zal het wat drukker hebben, wat die 60% effectief gewerkte tijd kan opkrikken. Wat ons brengt bij de volgende overweging:

Billability

Een lekker klinkend woord, wat aangeeft hoeveel van de gewerkte uren doorberekend kunnen worden aan een klant. Dit is de heilige graal van elke bedrijfstak waar personeelskosten een groot deel van de totale kosten uitmaken. In bovenstaande rekenmodel hebben we wat laag ingezet met 60%, maar dat is mede ook gedaan omdat de twee para-veterinairen per dierenarts ook wat laag was ingezet. Dat leverde wat rondere getallen op.

Hoe dan ook: een erg drukke dierenarts zit natuurlijk hoger dan die 60%. Dat zorgt er al snel voor dat deze dierenarts ook wat minder kan rekenen voor de diensten die ze verlenen. Dat lijkt een win voor iedereen: goedkoper voor de klant, en de dierenarts kan lekker doorpezen en zit moe, maar voldaan, op de bank ’s avonds. Dat was vroeger in een hoop vakgebieden het geval trouwens: kostwinner, iemand die thuis het huishouden draaiend hield, etc.

Daar zijn er altijd een paar van in Nederland actief. Lijkt alleen maar voordelen te hebben, maar heeft ook zeker nadelen. De hoeveelheid kennis die er nodig is om een klein ziekenhuisje te draaien, is enorm. Vergeet niet dat in bijna elke zelfstandige dierenkliniek de kennis en apparatuur aanwezig is om

  1. te adviseren
  2. te vaccineren
  3. voeding te kiezen
  4. bloedonderzoek te interpreteren
  5. tandheelkunde uit te voeren
  6. anesthesie uit te voeren
  7. chirurgie uit te voeren
  8. internistische zorg te verlenen
  9. etc.

In vooral een kleine kliniek moet dit allemaal in het hoofd van een enkele arts zitten. Als dat hoofd meer dan 80% van de tijd bezig is met uitvoeren op dit niveau, kan er wel eens buiten de lijntjes gekleurd worden. En juist in kleine klinieken is dan de persoon die dat zou moeten signaleren, de persoon die op dat moment buiten de lijntjes kleurt.

Grote klinieken die op deze manier de billability hoog willen houden, en daarmee de prijzen laag (of andersom) bestaan nooit lang. Personeel wat je op deze manier inzet, brandt snel op.

De ketens

Wat ons brengt bij de grootste klinieken: de ketens van dierenklinieken. Zoals hierboven bij de salarissen al genoemd, hebben zij bijgedragen aan de prijsstijgingen door mede de salarissen uit het slop te trekken. We mopperen allemaal graag op de prijzen van de klinieken, maar we kunnen er weinig op tegen hebben dat dierenartsen tegenwoordig niet meer helemaal onderaan de academische beroepen staan.

Ook hebben de ketens een hoop klinieken overgenomen van dierenartsen die klaar waren met het ondernemerschap. Dus een hoop dierenklinieken die bovenstaande berekeningen nooit maakten, en maar de prijslijst kopieerden van de buurtcollega, werden ineens eigendom van een groep mensen die wel dat soort berekeningen maken.

Verder is het belangrijk om te beseffen dat een grote corporate geen ziel heeft. Dat wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd, alsof dat slecht zou zijn. Mijn auto heeft ook geen ziel, maar brengt me prima waar ik moet zijn. Stoot daarbij wel CO2 uit, en als de persoon met ziel (de bestuurder) niet goed uitkijkt, of als we enorme pech hebben, rijden we ergens tegenaan. De corporate heeft dus geen ziel, maar het personeel (van boven tot onder) wel. Het bedrijf heeft echter als basis doel: winst maken.

Verhoging efficiëntie

Meer winst dan de schamele 10% die in ons rekenvoorbeeld gebruikt wordt, kun je behalen door de billability op te voeren. Dat is een balanceer oefening, want als je dat teveel doet, gaat je personeel mopperen. Ook kan dat problemen opleveren met piekbelastingen: het is niet altijd even druk in de zorg (dit geldt trouwens ook voor mensen ziekenhuizen). Soms staat je 70% efficiënte arts de hele dag vol, en soms staan ze een week lang maar de helft van de tijd volgeboekt. Als je een strakke onderneming draait, heb je ze bijna altijd op 80-90% volgeboekt staan, maar dan houd je weinig speling over voor die weken dat er meer zorg nodig is. En dan krijg je wachtlijsten. Dat is de reden dat je bij kleinere kliniek vaak sneller terecht kunt, en sommige klinieken zelfs een patiëntenstop hebben.

Prijzen verhogen

En de andere makkelijke post waar je als bedrijf je omzet mee kan doen toenemen is door de prijzen te verhogen. En dan komen we bij het meest zichtbare deel, waar dan ook een hoop gemopper door komt. Zoals hierboven ook al genoemd, is een groot gedeelte van deze stijging het gevolg van nu ineens wel de berekening maken, die eerst niet of anders gemaakt werd. En een gedeelte van de verhoging komt doordat het gewoon kan. Dat mag in een vrije markt. Het wordt pas een probleem als, door micro-monopolies, de klanten (of werknemers, of leveranciers) geen keus hebben. Als mensen daar iets tegen willen doen, moeten ze niet bij elke sector aparte regeltjes verzinnen. Want dit vindt ook plaats bij boekhouders, sportscholen, kinderdagverblijven, fietsenmakers, loodgieters, ziekenhuizen, etc.etc. Als je daar iets mee wilt doen, kun je beter de monopolie wetgeving aanpassen voor alle bedrijven.

Dierenarts duur in de spoed

Er is op het moment (2025) veel te doen over de hoge kosten in de spoedzorg bij dieren. Ook daarvoor geld: het is zeker veel geld. Maar helemaal onverwacht is het niet. In de berekening hierboven bleek al dat de personeelskosten de grootste kostenpost waren, en de tijd die je kunt factureren de grootste factor is in de bedrijfsvoering. In de spoed heb je automatisch hogere personeelskosten, omdat het buiten kantooruren is. Daarnaast vindt de meeste spoedzorg plaats tussen 18:00 en 23:00, maar moet je daarna nog steeds personeel hebben die niet direct geld zitten te verdienen.

En dan heb je het meestal ook nog over zieke dieren die meer tijd kosten om uit te werken.

Vroeger was dit allemaal minder een factor, omdat toen de dierenartsen zelf hun dienst deed als service, en die hoefde dus niet kostendekkend te zijn. Ook was er geen arbo-dienst die je op je vingers kwam tikken als je pas om één uur ’s nachts klaar was met werken, en de volgende ochtend om acht uur alweer op je werk verwacht werd. Dus is de spoedzorg ook geprofessionaliseerd. En dus kost het veel geld.

Conclusie

Geen cent te veel, dierenarts duurDe prijzen van dierenartsen zijn de laatste jaren flink gestegen, maar dat is goed te verklaren. Er worden geen belachelijke winsten gemaakt en niemand wordt afgezet. Het is veel geld, maar als uw huisdier goede zorg krijgt, is veel geld niet hetzelfde als duur. Wel is het zaak om als diereigenaar een kliniek te kiezen die u vertrouwt met uw huisdier. En alleen op prijs deze beslissing baseren kan dan onverstandig zijn.

Giardia bij Honden en Katten: De Stille Opportunist

Giardia, een naam die misschien niet direct een belletje doet rinkelen, is een vervelende parasiet die bij huisdieren zowel honden als katten kan treffen. Het bijzondere aan Giardia is dat het vaak als een stille opportunist opereert. Dat betekent dat het zich vaak verstopt zonder dat je het doorhebt, totdat er iets anders gebeurt dat problemen veroorzaakt. Laten we eens dieper ingaan op wat Giardia is en hoe het onze harige vrienden kan beïnvloeden.

Wat is Giardia?

Giardia is een soort parasiet die zich in het darmkanaal van honden en katten nestelt. Het zijn eigenlijk kleine beestjes die zich met hun speciale zuignappen aan de binnenkant van de darmwand vasthechten. Hierdoor kunnen ze zichzelf voeden en vermenigvuldigen. Het klinkt misschien een beetje eng, maar het is belangrijk op te merken dat deze parasiet bij veel gezonde dieren voorkomt zonder enige klachten te veroorzaken!

De Stille Opportunist

Hier komt het interessante deel. Het leeft rustig in het darmkanaal van een gezonde hond of kat zonder dat je huisdier er last van heeft. Maar dan gebeurt er iets anders, zoals een maaginfectie of stress, dat leidt tot diarree. Giardia ziet deze gelegenheid als zijn kans om op te duiken en zich te vermenigvuldigen. Dit betekent dat je huisdier na een andere oorzaak van diarree plotseling last kan krijgen van Giardia.

Giardia in actie

Symptomen van Giardia

Als Giardia eenmaal actief wordt, kan het de volgende symptomen bij je huisdier veroorzaken:

  1. Diarree: Dit is het meest voorkomende teken. De ontlasting kan er waterig uitzien en een onaangename geur hebben.
  2. Braken: Soms kan het braken veroorzaken.
  3. Gewichtsverlies: Omdat de parasiet voedingsstoffen uit het lichaam van je huisdier haalt, kan het leiden tot gewichtsverlies.
  4. Buikpijn: Je huisdier kan zich ongemakkelijk voelen en buikpijn ervaren.
  5. Doffe vacht: De vacht kan er minder gezond uitzien.

Hoe wordt Giardia verspreid?

Het wordt meestal verspreid via besmet water. Als je huisdier water drinkt dat besmet is met de parasiet, kan het geïnfecteerd raken. Ook contact met ontlasting van andere geïnfecteerde dieren kan de parasiet overdragen.

Behandeling van Giardia

Als je vermoedt dat je huisdier Giardia heeft, is het belangrijk om een dierenarts te raadplegen. De behandeling omvat meestal medicijnen om de parasiet te doden en de symptomen te verlichten. Het is ook essentieel om de omgeving van je huisdier schoon te houden om verdere verspreiding te voorkomen. Daarnaast is het ook nuttig als uw dierenarts kan meedenken over de oorzaak dat de stiekeme parasiet überhaupt aan zet is gekomen.

Conclusie

Giardia is een sluipende parasiet die vaak ongemerkt in het darmkanaal van gezonde honden en katten leeft. Het wacht geduldig op een kans om actief te worden, meestal nadat iets anders diarree heeft veroorzaakt. Het is essentieel om op te letten voor symptomen en bij de geringste verdenking contact op te nemen met een dierenarts. Met de juiste behandeling en preventieve maatregelen kunnen we onze harige vrienden gezond en gelukkig houden.

Hitteplan huisdieren – Spoed

Hond is oververhit, wat te doen

  1. Stromend koel water: tuinslang, douche
  2. Bak water onder de neus
  3. Dierenarts bellen, heb je je autosleutels al?

Hitte

Uitleg over wat er gaande is

Als een hond oververhit raakt zijn er een aantal dingen aan de hand:

  1. De hond probeert al een poos af te koelen. Dat doet hij door te hijgen. Hij verliest daardoor veel vocht. Een oververhitte hond is dus uitgedroogd.
  2. De hond kan de lichaamstemperatuur niet meer onder de 39 graden houden.

Acute uitdroging, wat gebeurt er dan

Uitdroging is levensgevaarlijk. Ten eerste wordt het bloed ‘dikker’ (er zit minder water in), waardoor het niet goed door de bloedvaten kan stromen. Daardoor krijgen de organen te weinig zuurstof. In feite is de hond dan aan het stikken. Uitdroging kan ook tot zeer ernstige, acute darmproblemen leiden. Kortom: acute uitdroging is levensgevaarlijk.

Ga dus altijd naar de dierenarts als je huisdier oververhit is (geweest). Ook al heb je het dier gekoeld: laat controleren of alles oké is. Er kunnen problemen zijn die het baasje niet ziet, maar de dierenarts wel.

Wat doet de dierenarts bij oververhitte dieren

De dierenarts:

  • meet de temperatuur van het dier
  • controleert de polsslag
  • legt (als nodig) een infuus aan om vocht toe te dienen

Daarna wordt het dier, als dat nodig is, behandeld, bijvoorbeeld:

  • met medicijnen om de schade aan de organen te beperken
  • met medicijnen die de bloedvaten in de huid verwijden, zodat de warmte goed kan worden afgevoerd
  • door extra te koelen met stromend water
  • door de vacht weg te scheren

Soms is daarna bloedonderzoek nodig.

Hitteplan huisdieren – Preventie

Wat te doen bij warm weer

Vooral honden advies

Dit stuk gaat vooral over honden, omdat deze nogal eens uit hun natuurlijke ritme gehaald worden door mensen. Ook zijn ze wat verder van het originele ontwerp af gefokt dan katten, zodat niet alle natuurlijke mechanismen even goed werken. Gaat het nu mis? Ga dan naar ons stukje over SPOED.

Hitte

Anders dan mensen

Honden koelen anders af dan mensen. Wij koelen namelijk vooral af door te zweten, terwijl honden dat vooral doen door te hijgen. Dat lijkt een nutteloos feitje, maar is heel belangrijk: wat wij als een koel briesje ervaren, doet een hond nauwelijks iets qua verkoeling.

Dat hijgen werkt als een tierelier, maar alleen als de hond niet ook nog eens diep adem moet halen wegens inspanning. Dan gaat het mis. Hijgen om af te koelen en hijgen om extra zuurstof binnen te krijgen zijn twee compleet verschillende dingen.

Simpele tips voor de hond met warm weer:

  • Zorg voor een schaduwplekje
  • Zorg voor voldoende drinkwater
  • Enkel voor plasje even naar buiten
  • Als er geen vogels vliegen door de hitte: helemaal niet naar buiten
  • Poepjes doe je ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat
  • Test de temperatuur van de straat met je blote voet/hand
  • Niet kletsen met mensen terwijl je in de zon staat
  • Altijd de airco aan in de auto, ook als je stilstaat
  • Korthaarhonden kunnen genieten van een koele plens
  • Langhaarhonden hebben meer aan langdurig stromend water

Katten tijdens warm weer

Katten hebben gelukkig zelden last van baasjes die ze mee willen nemen naar buiten tijdens warm weer. Maar zorg wel dat ze voldoende toegang hebben tot water en dat ze zich niet in hoeven te spannen. Het enge van dit soort hete dagen is dat katten weldegelijk ook kunnen hijgen als ze het warm hebben, maar dat ze ook ineens last van hun hart kunnen krijgen als de temperatuur omslaat. Als de kat niet zit te hijgen, maar wel een ademhaling heeft die boven de 30 teugen per minuut ligt: bel dan je dierenarts.

Overige dieren en overige tips

Het LICG heeft een mooie lijst gemaakt voor meerdere diersoorten, zoals ook konijnen en vogels.

Allergie bij hond en kat

“Help, mijn hond heeft een allergie!” Het voorjaar begint weer, en daarmee een hoop kriebels. Nieuwsgierig of een bezoek aan de dierenarts zin heeft, of nog even nalezen wat de dierenarts net allemaal verteld heeft over allergie bij hond of kat? We leggen hier uit hoe allergieën en andere jeuk bij honden katten worden aangepakt.

Deze tekst is bedoeld als voor- en naslagwerk bij allergie hond en kat, niet als vervanging van een consult bij de dierenarts.

Prikkels

Jeuk is of een normale reactie op een overdreven prikkel, of een overdreven reactie op een normale prikkel. Spring je in je blootje in de brandnetels, dan is het normaal dat je gek wordt van de jeuk. Maar als je helemaal gek wordt als je het verkeerde wasmiddel hebt gebruikt, dan is dat een overreactie van je huid.

Het is dus zaak om altijd goed na te gaan of het wel een overdreven reactie is. Anders ben je medicijnen aan het geven voor iets wat helemaal geen allergie is.

Symptomen van allergie

Er zijn een aantal vormen van allergie (je kunt opzwellen als een balon, helemaal rood en kriebelig worden, of diarree krijgen). In dit stukje beperken we ons grotendeels tot de huidvorm: jeuk bij hond en kat.

Veelvoorkomende symptomen bij huisdieren zijn:

Atopie en voedselovergevoeligheid

Het lastige is dat er twee soorten allergie verantwoordelijk kunnen zijn voor de jeukklachten. En om de puzzel nog frustrerender te maken: je kunt ook nog beide soorten tegelijk hebben.

De ene vorm noemen we atopie, wat neer komt op een overgevoeligheid voor dingen in de omgeving. Denk aan zaadjes van planten (gras, berkenbomen, etc), sporen van schimmels, maar ook zaken als huisstofmijt.

De andere vorm noemen we een voedselovergevoeligheid. Dat houdt in dat je huidklachten kunt krijgen, omdat je toevallig niet tegen een bepaald eiwit in je voer kunt.

Atopie: de diagnose

Het is onmogelijk om met 100% zekerheid te zeggen dat de jeuk komt door iets in de omgeving. Er kunnen wel een hoop aanwijzingen zijn dat de klachten komen door atopie:

  • Alleen klachten tijdens een bepaald seizoen
  • Voornamelijk klachten aan plekken met weinig vacht
  • Voornamelijk klachten aan plekken die de grond raken
  • Klachten blijven bestaan, ook als de patiënt op een hypoallergeen dieet staat

Er zijn ook bloedtesten voor allergieën, maar die zijn nadrukkelijk niet geschikt om de diagnose te stellen. Ze geven namelijk veel vals positieven. Nutteloos voor de diagnose, maar soms wel nuttig voor de therapie (zie hieronder).

Voedselovergevoeligheid: de diagnose

Als je jeuk krijgt van je voer, is dat over het algemeen van een eiwit in dat voer. De meest voorkomende boosdoeners zijn:

  • koe
  • melkproducten
  • kip

Maar ook andere eiwitten, zoals granen en vis kunnen de bron van de klachten zijn.

De enige manier om er achter te komen of dat zo is, is voer geven waar dat vervelende eiwit niet in zit. Dat noemen we een eliminatie dieet.

De gouden standaard daarin (dus het beste van het beste) is een dieet met enkel een uniek eiwit als eiwitbron. Dus een eiwit wat de hond of kat niet in het standaard eten heeft gehad. Denk hierbij aan eend, hert, kangoeroe, etc. Daarbij dan aardappel, of rijst en mogelijk wat gekookte groente.

Een andere vorm van eliminatie dieet is het voeren van een voer waar de eiwitten met een chemisch trucje zo klein gemaakt zijn, dat het lichaam er niet op kan reageren. De gehydrolyseerde eiwitten.

Als je zo’n dieet geeft, kan het wel 9 tot 12 weken duren voordat je effect ziet! Dat is ERG belangrijk om te beseffen. Dus even een paar weekjes op een nieuw voer is niet genoeg om er conclusies aan te verbinden. En eet de patient in die tijd stiekem een stukje koe, kip of eierkoek, dan beginnen de 9 tot 12 weken weer opnieuw te tellen. Dus bij een eliminatiedieet moet u:

  • het juiste voer kiezen
  • het lang genoeg volhouden
  • heel goed opletten dat er niet iets anders gegeten wordt

De aanpak van allergie

Tijdens het onderzoek probeert de dierenarts zoveel mogelijk aanwijzingen te vinden om het vlaggetje in bij atopie, danwel bij voedselovervoeligheid te plaatsen. En dan ook nog eens de mogelijkheid openhouden dat het een beetje van allebei is!

Vaak komt dit er op neer dat er meteen met een eliminatie dieet begonnen wordt (vooral omdat het zo lang duurt tot je effect kunt verwachten). Dan wordt er, afhankelijk van de ernst van de klachten, ook met andere medicatie begonnen.

Het belangrijkste om te beseffen is dat je nooit van allergieën af komt. Het enige wat je doet is, met veranderingen in leefwijze, verandering in voer en waar nodig medicatie, de klachten zo mild mogelijk te houden.

Atopie: de behandeling

Bij omgevingsallergiën zijn er op het moment een aantal mogelijke behandelingen. Sommige daarvan zijn medicamenteus, andere niet. Dingen die geen echt medicijn zijn:

  • de patiënt afspoelen
  • voer met goede oliën geven
  • plekken/tijdstippen ontlopen

Los daarvan zal het meestal toch nodig zijn om medicijnen te geven. Dat zijn dan stoffen die het immuunsysteem op een bepaalde manier onderdrukken. Daarin heb je de hele ouderwetse (en daarmee ook goedkope) met helaas veel bijwerkingen, en de hele moderne (en daarmee ook een stuk duurder) met minder tot nauwelijks bijwerkingen.

Ook bestaat er zoiets als desensibilisatie. Da’s een lang woord om te zeggen dat je het lichaam minder gevoelig probeert te maken voor de dingen waar het allergisch op reageert. En dan komt de bloedtest om de hoek kijken: Dan meet je de zaken waar de hond (of kat) nog wel eens allergisch voor zou kunnen zijn, zodat ze dat in een flesje kunnen stoppen wat je dan weer aan de hond of kat kunt geven. Bij honden levert dat in 70% van de gevallen een verbetering van de klachten op. Dat is dus niet een genezing! Het is enkel een middel in onze gereedschapskist om te zorgen dat je minder klachten hebt bij mind medicatie.

Voedselovergevoeligheid: de behandeling

Bij allergie voor iets in het voedsel is de behandeling heel simpel: zorgen dat die onderdelen niet meer in het voer zitten. Meestal is het dan voldoende om gewoon het dieet aan te passen, en dan zullen er af en toe nog uitbraken van jeuk zijn als er in het park ergens een restje mensenvoer wordt gevonden, of een kattenpoepje wordt opgegeten. In sommige gevallen ontwikkelt de hond of kat tzt een nieuwe allergie voor een nieuw eiwit. Maar tegen die tijd zijn de baasjes geroutineerd, en is dat met een hypoallergeen voer zo opgelost.

Allergie: de belangrijkste boodschap

Wat het meest fout gaat in de communicatie bij allergieën is dat je een allergie hebt voor het leven. Het is dus nooit zo dat je even een weekje pillen geeft, en het daarna over is. Of dat je tussendoor nog wel een beloninkje mag, omdat je zo braaf bent. Het gaat nooit over, maar er zijn gelukkig genoeg middelen om voor ieder een passende behandeling in elkaar te draaien. En daarmee blijft het leuk voor iedereen.

Dat de allergie nooit weg gaat, is ook de reden dat wij, bij Dierenkliniek Dordrecht, gratis controles bij zaken als oorontstekingen doen: we hebben liever dat mens en dier een paar keer extra binnenloopt, zodat we de oorzaak onder controle krijgen. Anders ontspoort zoiets de hele tijd, wat erg vervelend is voor de hond, duur voor het baasje, en frustrerend voor de arts.

Wat kost een sterilisatie poes

Niet elke kliniek pak een sterilisatie van een poes hetzelfde aan. En ook de prijzen lopen flink uiteen. Soms is een duurdere sterilisatie te goedkoop, soms betaal je flink teveel voor een goedkopere. Er zijn geen minimum standaarden in de Diergeneeskunde. Dus iedere kliniek doet het op zijn eigen manier. In de tabel hieronder laten we zien wat wij onder een goede sterilisatie vinden vallen, maar we laten ook zien hoe het bij sommige andere klinieken in zijn werk gaat:

Wat krijgt de kat tijdens de sterilisatieDierenkliniek Dordrecht BudgetSuper budget
Persoonlijk anesthesie planX
Medetomidine (anestheticum)XXX
Ketamine (anestheticum)XXX
Buprenorphine (pijnstiller)XX
Meloxicam (pijnstiller)XXX
Lokale pijnstillingX
InfuusX
Luchtpijp tube (trachea tube)XX
Tijd om buprenorphine te laten werkenX
Bewaking uitgeademde luchtX
PulsoxymeterX
BewakingsassistenteXX
Oplosbaar hechtmateriaalXX
Geen honden of andere katten gezienX
Gratis paar dagen extra pijnstilling voor thuisXX
Prijs€155,-

De verschillen in prijszetting kunnen we weinig over zeggen, want we kunnen niet in andermans keuken kijken. Wij zitten technisch gezien iets te goedkoop, gezien de zaken die wij allemaal standaard doen. Maar waarom doen we dan al die dingen anders?

Anesthesie

Onze anesthesie is geen one-size-fits-all aanpak. Niet alleen kijken we naar de gezondheid van de kat (die op de leeftijd van een sterilisatie meestal top fit zijn), maar ook naar het karakter. De ene kat heeft net iets meer angstremming nodig dan de ander, of een net iets lichtere of zwaardere dosering van de standaard ingrediënten.

Dankzij ons infuusbeleid (dat iedere operatiepatiënt een infuus krijgt), kunnen we veilig aan de lage kant blijven met onze anesthetica. We kunnen immers altijd bijsturen met veilige stofjes (zoals propofol). Op die manier lijden de organen het minst onder de ingreep, en zijn onze patiënten altijd kwiek en fief als ze naar huis gaan.

Pijnstilling

Wij vinden dat er bij een open-buik operatie (waarbij er aan de vrouwelijke geslachtsorganen gewerkt wordt) best wat extra pijnstilling mag zitten. Daarom combineren wij de standaard anesthetica (die ook wat pijnstillend werken) met lokale anesthesie en buprenorphine. Aan de kat thuis merk je dat verschil niet zo snel, maar er is bewezen dat alleen buprenorphine al voor een fijnere ingreep zorgt. Grappig extra puntje daarbij was wel dat het even duurt voordat deze pijnstilling werkt, dus als je te snel na de injectie gaat opereren…

Infuus

Bij al onze ingrepen, op de kater castratie na, geven wij infuus. De redenen hiervoor zijn:

  • Patiënten die nuchter zijn, hebben vaak ook te weinig gedronken
  • De bloeddruk daalt door de anesthesie medicatie (dexmedetomidine)
  • Je droogt uit van de gebruikte anesthesie medicatie (dexmedetomidine)
  • Je hebt een directe verbinding voor extra anesthesie medicatie
  • Je houdt een directe verbinding met de bloedbaan over voor spoedmedicatie

Intuberen

Als je onder anesthesie gaat, onderdruk je vanalles. Ademhaling, slikreflexen, etc. Het is dus een onverantwoord risico om de luchtwegen niet veilig te stellen met een trachea tube. Groot voordeel is dat je dan niet alleen extra zuurstof toe kan dienen, maar ook de patiënt in de gaten kunt houden met de uitademingslucht. En ook dit is een effectieve manier om extra anesthesie gassen toe te dienen.

Voor- en nazorg

Dankzij de Fear Free inrichting van onze praktijk, en de daarbij passende instelling, zorgen we dat een onaangename dag, zo goed mogelijk verloopt voor uw kat. Daar hoort, onder andere, geen contact met honden bij. Maar ook een aantal dagen pijnstilling. Bij de prijs inbegrepen.

Registratie van honden

(informatie van de website van het RVO)

Informatie voor fokkers en importeurs:

  • Fokkers en importeurs registreren zichzelf bij het RVO. Zij krijgen dan een UBN. Heeft u als bedrijfsmatige fokker of importeur al een UBN? Dan kunt u gewoon dat nummer gebruiken.
  • Een UBN is nodig om de hond te registreren. Zorg daarom dat u uw UBN bij de hand heeft als u uw hond(en) bij een dierenarts of chipper laat chippen.
  • Pups moeten binnen 7 weken na de geboorte gechipt worden én een paspoort hebben.
  • De dierenarts of chipper registreert bij een aangewezen portaal dat de hond is gechipt. Daarbij is ook het UBN van u nodig.
  • Als fokker registreert u de geboorte van de pup bij een aangewezen portaal. Dit doet u ook met het chipnummer van de moeder.
  • Het EU-dierenpaspoort wordt verplicht voor alle honden.
  • De dierenarts registreert het paspoort bij een aangewezen portaal.
  • Als importeur laat u de eerste registratie van de hond door een dierenarts doen. Dit moet binnen 2 weken na aankomst in Nederland gebeuren. De dierenarts registreert de import, chip en het paspoort bij een portaal.
  • Komt de hond uit een derde land en heeft hij geen EU-dierenpaspoort? Dan geeft de dierenarts een EU-dierenpaspoort voor de hond af.

Informatie voor kopers van een nieuwe hond

  • Koop alleen een hond met een chip, registratie én een officieel EU-dierenpaspoort.
  • Hondenkopers registreren de hond op naam bij een aangewezen portaal.
  • Wijzigingen geeft de nieuwe houder allemaal door aan het portaal. Denk aan adreswijzigingen, vermissing, export of het overlijden van de hond.

Wij, bij Dierenkliniek Dordrecht, werken samen met de Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren (NDG).

Registratie van honden

Castratie hond, nodig of niet

Dit stukje gaat niet over hoe een castratie bij een hond in zijn werk gaat, maar waarom honden gecastreerd worden (of niet!).

Castratie wegens gedragsproblemen

De meest voorkomende reden om reuen te castreren is in Nederland problemen met gedrag. Voor het gemakt delen we die op in twee grote problemen.

(Hyper-)seksueel gedrag als probleem

Sommige honden zijn letterlijk maar met één ding bezig. Die rijden op alles wat los en vastzit, of in ieder geval op zaken die er niet voor bedoeld zijn. Dat gedrag zou je hyperseksueel kunnen noemen.

Andere reuen hebben een vruchtbaar teefje in huis, of in hun vriendenkring, en vertonen seksueel gedrag als dat teefje loops is.

En dan heb je nog de puberende honden: Als honden in de pubertijd zijn (ruw gezegd tussen zesde en achttiende levensmaand), kunnen ze ook nog wel eens aan teefjes denken, als ze niet direct voorhanden zijn.

De kans dat seksueel gedrag (hyper of normaal) minder wordt, als de reutjes gecastreerd worden, is groot. Maar daar horen drie kanttekeningen bij:

  1. Als we alle mensenmannetjes die overdreven seksueel gedrag vertonen tijdens hun pubertijd zouden castreren, zouden er erg weinig hele mannen overblijven
  2. Het kan zo zijn dat je hyperseksueel gedrag wegneemt, maar dan bestaat de kans dat er ander vervelend gedrag voor in de plaats komt
  3. Niet al het seksuele gedrag is seksueel (zo is rijgedrag ook een prima manier om een reactie uit te lokken)

“Dominant” gedrag

Dominantie bij honden is een beetje een heet hangijzer. Een heleboel ongewenst gedrag is lange tijd als “dominant” weggeschreven. Maar meestal is het eigenlijk een stukje onzekerheid, verveling, of misplaatste assertiviteit. Denk maar aan mensen: Haantje de Voorste is vaak eerder onzeker, heeft hersenen die schreeuwen om aandacht, of voelt de groep niet goed aan.

Als je in zo’n geval de reu castreert, neem je een stukje zekerheid en motivatie weg. Dan is de kans groot dat het gedrag erger, of op een andere manier vervelend wordt.

Medische redenen (curatief)

De enige gegarandeerd goede reden voor castratie is een medische: als testosteron zorgt voor een te grote prostaat, of een bepaalde tumor stimuleert, dan kan hij beter weg zijn. Hetzelfde geldt voor testikels waar een plotseling een draai in zit, of waar een tumor in groeit.

Medische redenen (preventief)

De enige reden om eventueel preventief te castreren, is als niet alle balletjes ingedaald zijn. De zogenaamd “cryptorche reu”. Er is namelijk een vergrootte kans op tumor ontwikkeling, in testikels die niet ingedaald zijn. Die kans is klein, en een jaar of 20-30 geleden is er een onderzoek gedaan naar de kans op zo’n tumor, afgezet tegen de kans op complicaties van de castratie zelf. Toen was de conclusie dat het geen zin had om preventief te castreren.

Inmiddels is dat waarschijnlijk veranderd: honden leven langer, en lopen dus meer kans op tumor ontwikkeling. En de anesthesie is een ook een stuk veiliger geworden. Dus de kans aan de tumorkant is groter geworden, en de kans op complicaties van de operatie zijn kleiner geworden. Maar voorlopig heeft niemand het onderzoek opnieuw gedaan met deze data.

Wat wij dus adviseren bij cryptorche reuen is:

  1. De hele pubertijd afwachten
  2. Is er daarna hypersexueel gedrag, dan een tijdelijke castratie
  3. Verbetert het gedrag door de tijdelijke castratie? Dan echt castreren.
  4. Verbetert het gedrag niet, en het betreft een ras met een korter verwacht leven: dan niet castreren
  5. Verbetert het gedrag niet, en het betreft een ras met een langer verwacht leven: alleen de binnenbal(len) verwijderen

Hoeveel werk dat is, hangt af van de locatie van de niet-ingedaalde testikels. Als die in de lies zitten, is het maar een klein beetje meer werk dan een gewone castratie. Als ze in de buikholte zitten, is het net zoveel werk als een sterilisatie operatie bij een teef.

Advies castratie

Aangezien het effect van castratie vaak onzeker is, adviseren wij bijna altijd om eerst tijdelijk te castreren. Dan wordt, gedurende een half jaar tot een jaar, het testosteron uitgezet bij de reu door een injectie met een implantaat. Levert dat een enorme verbetering op, dan kan een echte castratie volgen. Levert het een verslechtering op, dan is het fijn dat hij op den duur weer uitwerkt.

Als u advies op maat wilt, kunt u altijd een afspraak maken.

Knikkers op tafel

Allergie bij huisdieren

Helaas komt allergie bij honden en katten (net als bij mensen) steeds meer voor. Waarom dat zo is, daar zijn we nog niet uit. Dus tot die tijd beperken wij ons tot het diagnosticeren en behandelen van allergiën.

Diagnose van allergie

Allergiën bij honden en katten uiten zich vaak als jeukklachten. Soms is dat heel duidelijk, zoals een rode buik, of heel veel bultjes. Maar soms zijn de klachten een stuk minder opvallend, zoals knagen aan de pootjes, of terugkerende oor- of anaalklierproblemen. En dan zijn er een aantal mogelijkheden.

  1. De huidirritatie is een normale reactie op iets irritants (zoals een reinigingsmiddel)
  2. De irritatie is een overreactie op stofjes uit de omgeving (“atopie” genaamd)
  3. De irritatie is een overreactie op stofjes in de voeding (“voedselallergie” genaamd)

Waarbij de allergie tegen omgevingsdingen en die tegen voedingsstoffen ook nog eens tegelijk voor kunnen komen.

Wat we daarom als eerste doen, is een goed gesprek met de baasjes. Als een jeukklacht in een bepaald seizoen meer voorkomt dan in andere seizoenen, wordt een omgevingsallergie een stuk waarschijnlijker.

Blijft het onduidelijk welke oorzaak er is, dan volgen we de volgende stappen:

  • starten op een hypo-allergeen dieet
  • symptoom bestrijding jeukklachten

Als de allergie klachten van de hond of kat heel erg zijn, beginnen we met allebei tegelijk. Als het wel meevalt, beginnen we alleen met het dieet.

Allergie voor voedsel

9 tot 12 weken

Het is enorm belangrijk om te beseffen dat het lang kan duren voordat een speciaal dieet werkt. Dat is een percentage-spel: hoe langer je wacht, hoe meer procenten van de allergische honden ook kan laten zien dat het werkt. Dus als je geluk hebt, zie je het al na 3 weken. Maar je kunt pas echt succes verwachten na 9 tot 12 weken. Dat is ook de hoofdreden dat we direct met zo’n dieet beginnen: als je daar pas mee begint als de rest niet helpt, ben je wéér een paar weken langer bezig.

Eiwitten

Wat houdt een “hypo-allergeen” dieet dan precies in? Het belangrijkste om te weten, is dat verreweg de meeste allergiën tegen bepaalde dierlijke eiwitten zijn. De nummer 1 daarbij is “kip”, maar het kan ook “koe”, “varken”, of iets anders zijn.

Nieuwe eiwitten of gehydrolyseerde eiwitten

Dan heb je als baasje de keuze: of je gaat zorgen dat de hond of kat alleen nog maar eiwitten eet, die hij of zij nog nooit gehad heeft (zoals struisvogel, witvis, paard, gans, eend, kangoeroe, etc.). Of je geeft een voer waarin met een chemisch trucje, de eiwitten zo klein geknipt zijn (“gehydrolyseerd” heet dat), dat het immuunsysteem er niet meer op kan reageren. Alle grote merken hebben zo’n voer. Wij adviseren om dit wel in overleg met een dierenarts te doen. Want voeding is een belangrijk iets. Zo is er een tijdje een rage geweest om “graanvrij” te voeren. Op zich kan dat, maar in een aantal gevallen leverde dat meer problemen op.

Niks, maar dan ook niks, anders

Het is ook belangrijk dat de patient niks eet, waar hij of zij mogelijk allergisch voor is. Dus als de hond met een voedselallergie voor kip een kipnugget in het park vindt, beginnen de 9 tot 12 weken, voordat je effect kunt verwachten, weer opnieuw.

Niet direct opgeven

Als dit dieet geen succes heeft (dus het duurt al 9 tot 12 weken, en er is nog steeds jeuk), moet je niet direct stoppen met het dieet. Het kan namelijk zijn dat de hond wel een voedselallergie heeft, maar OOK een omgevingsallergie. En als je dan te vroeg stopt, loop je je straks een ongeluk te zoeken naar de blijvende jeuk bij een omgevingsallergie, terwijl het dan weer de oude voedselallergie is die loopt te storen.

Bloed test

Er is een bloedtest voor voedselallergiën bij dieren. Voorlopig zijn de uitkomsten daarvan niet klinisch relevant. Het is een vrij prijzige test die, naar onze mening, niet zoveel toevoegt aan de diagnose of de therapie.

Allergie voor de omgeving

Voor de omgevings allergiën is het een stuk lastiger een oplossing te verzinnen dan voor de voedsel allergiën. Je zou denken dat je ze eenvoudig kunt ontlopen, maar dat is nog niet zo makkelijk. Als er berkenzaadjes in de lucht zitten, dan weten ze je wel te vinden.

Al kan het wel helpen om niet door grasvelden te rennen, als je allergisch bent voor graszaadjes.

In de meeste gevallen kom je bij dit type allergie uit op medicatie. Als je geluk hebt enkel een smeerseltje (zoals af en toe een oorzalfje), en als je geluk hebt ook alleen maar een paar maanden per jaar. Als je pech hebt, heb je het hele jaar last, en dus het hele jaar medicatie nodig.

Medicatie bij allergie

Er zijn een aantal groepen medicatie. Die hebben allemaal verschillende werkingen, verschillende bijwerkingen en erg verschillende kosten.

Per geval zal de dierenarts de beste keuzes doorspreken. Voor korte termijn medicatie kan het vaak niet zoveel kwaad om iets te geven met veel bijwerkingen. Maar als je het weken tot maanden lang gaat geven, wil je niet dat het medicijn erger is dan de kwaal.

Bloedonderzoek

Er is een bloedonderzoek voor omgevingsallergiën. Maar het is erg belangrijk om de beperkingen hiervan te begrijpen. De belangrijkste is dat er best veel vals-positieven uit gaan komen. Ben je bijvoorbeeld allergisch voor een graszaad, dan kan het zomaar zijn dat je ook een positieve uitslag krijgt bij andere graszaden, of een huisstofmijt. Of, en dat is nog wel vervelender: als je enkel een voedselallergie hebt en je doet een test voor omgevings allergenen, dan gaat daar waarschijnlijk ook iets uitkomen (terwijl je er helemaal niet allergisch voor bent).

Het is dus alleen maar zinvol als je deze test zinvol toepast. Dus:

  1. Als er geen klachten door voedselallergie zijn
  2. Als men beseft dat er veel onterecht positieve uitslagen gaan zijn
  3. Men begrijpt dat het lastig gaat zijn de veroorzaker te ontlopen
  4. Men bereid is om te desensitiseren

Desensitisatie

Het hoofddoel van het bloedonderzoek, is om een therapie van desensitisatie in te stellen. Da’s een leuk woord voor scrabble, wat betekent “het minder gevoelig maken”. Wat je dan doet is dat je met kleine injecties met het goedje waar ze allergisch voor zijn, het lichaam vertellen dat het zich niet zo aan moet stellen. Dat zorgt in 70% van de gevallen voor verbetering. Verbetering is niet genezing! Verbetering betekent dat je met minder medicatie de symptomen kan onderdrukken, of met dezelfde medicatie de klachten meer kunt onderdrukken. In heel zeldzame gevallen kom je soms van de medicatie af. Heel zeldzaam: reken er niet op!