Kwaliteit – anesthesie
Standards of care: maat van kwaliteit
Net als bij een hoop andere beroepen, is het lastig om van je dierenarts de kwaliteit in te schatten. In tegenstelling tot wat een hoop mensen denken, is er bij dierenartsen weinig tot niks geregeld als het gaat om nascholing of kwaliteit van diensten. Niet iedere kliniek en niet iedere dierenarts heeft dus dezelfde kwaliteitsstandaarden als het gaat om de behandeling van uw huisdier.
Bij Dierenkliniek Dordrecht hebben we een erg hoge standaard, die toch praktisch toepasbaar en betaalbaar blijft. De praktijkeigenaar en dierenarts, Mathijs, maakt hierbij gebruik van zijn jarenlange ervaring in de meest vooraanstaande kliniek van Europa, en zijn tijd in landen met “minder”.
Kwaliteit van anesthesie
Voor een hoop ingrepen, zoals operaties, is anesthesie nodig. Daarmee bedoelen we dat een patiënt niet alleen slaapt, maar ook goede pijnstilling heeft en niet meer beweegt. Effectief is dat een gecontroleerde vergiftiging: iemand met chemische stofjes bewusteloos maken, en zorgen dat hij ook weer wakker wordt. Daar komt een hoop bij kijken. En er kan ook een hoop bij misgaan. Aangezien patiënten in de diergeneeskunde niet kunnen praten, gaan er waarschijnlijk een hoop anesthesiefouten onopgemerkt. Om dit te voorkomen hebben wij een aantal minimumeisen in onze Dierenkliniek. Zo geven wij uw huisdier de beste kwaliteit van zorg!
Het anesthesie plan
In tegenstelling tot een hoop praktijken hebben wij geen vast protocol voor anesthesie. Elke patiënt is uniek. We hebben natuurlijk wel wat tabellen ter ondersteuning, maar dat is net als de recepten van grootmoeder en het gebak van grootmoeder: die hebben alleen in de basis wat met elkaar te maken.
Het anesthesie plan – temparement
Waar wij rekening mee houden is allereerst het temparement van de patiënt. Bij een patiënt die bij binnenkomst al doodsbang is, willen we die angst zoveel mogelijk wegnemen met de stoffen die we gebruiken (vaak stofjes in de familie van Valium: benzodiazepines). Daarnaast moeten we er ook rekening mee houden dat, tijdens de anesthesie, ineens de adrenaline uitwerkt die in het systeem zit. En als laatste willen we dat de patiënt zich geen ongeluk schrikt bij wakker worden.
Ook maakt het temparement van een dier soms de keuze voor ons, via welke weg we de anesthesie-middelen toedienen: in een spier, of direct in de bloedbaan via een infuus.
Het anesthesie plan – aandoeningen
Ook een belangrijk onderdeel van de keuze uit anesthesie-middelen, is het feit of vermoeden dat een orgaan niet lekker meewerkt. De belangrijkste is wat dat betreft het hart: heeft de patiënt een hartkwaal, of bestaat het vermoeden van een hartkwaal, dan veranderen we de anesthesie zodat het hart niet extra belast wordt. Bij oudere dieren gaan we er trouwens automatisch van uit dat er mogelijk een aandoening speelt. Dus die krijgen automatisch al die behandeling. Bloedonderzoek heeft wat dat betreft niet zoveel invloed op onze anesthesie: alle patiënten die mogelijk wat onder de leden hebben, krijgen al de meest veilige aanpak.
Soms stellen we trouwens wel een bloedonderzoek voor, rondom een anesthesie, maar dat is dan omdat de patiënt dan toch mooi stil ligt.
Het anesthesie plan – pijnstilling
Elke ingreep heeft een ander niveau van pijnstilling nodig. Een gebit reinigen is bijvoorbeeld vervelend, maar niet erg pijnlijk. Een open-buik operatie is daarentegen heel pijnlijk. Om die klappen op te vangen kunnen we kiezen uit een scala aan pijnstillers, die we vaak in een combinatie toepassen. Pijn weghouden van een ingreep is makkelijker dan pijn wegkrijgen die al gevoeld is!
Het anesthesie plan – infuus
Elke ingreep die langer dan 10 minuten duurt, gaat bij ons gepaard met een infuusbeleid. De reden hiervoor is dat het enorm belangrijk is dat er tijdens de anesthesie voldoende doorbloeding van alle organen is. En we geven het lichaam nogal wat tikken, als het gaat om doorbloeding, tijdens een anesthesie.
- Patiënten zijn meestal nuchter: dan drinken ze ook minder
- We gebruiken vaak stofjes die de bloeddruk doen dalen (alfa-2-agonist)
- We gebruiken vaak stofjes die de patiënt uitdrogen (alfa-2-agonist)
- Soms ademt een patiënt even te weinig en daalt daardoor de bloeddruk
- Als tijdens de anesthesie de adrenaline uitwerkt, kan de bloeddruk ineens kelderen
- Misschien heeft de patiënt een verborgen aandoening
Dit gebeurt bij de meerderheid van de klinieken op dit moment (Maart 2020) in Nederland niet. En aangezien onze patiënten niet kunnen klagen over hoofdpijn, onderkoeling of zelfs hersenschade, gaat dit vaak ongemerkt. Ook krijgen, als je dit niet doet, de nieren en het hart aardig wat tikken. Dat vinden wij onnodig.
Het anesthesie plan – bewaking
Alle anesthesiën die langer dan 10 minuten duren, gaan bij ons gepaard met intubatie. Dat wil zeggen dat er, door de mond, een buisje in de luchtpijp gedaan wordt.
Op deze manier kunnen we niet alleen zuurstof toedienen en voorkomen dat een patiënt zich per ongeluk verslikt. Ook kunnen we op deze manier heel goed meten hoeveel CO2 de patiënt uitademt. En dat is verreweg de meest nuttige maatstaf voor de toestand van de patiënt.
Ook controleren we tijdens de ingreep continue de hartslag van patiënten. Maar de ervaring leert dat de CO2 de beste waarde is, om op te letten.
Leave a Comment
(0 Commentaren)