Schildklier bij katten
Bij oudere katten komt best vaak een aandoening aan de schildklier voor. Dan maakt de schildklier te veel schildklierhormoon aan.
Symptomen
Het meest opvallende symptoom is dat de kat afvalt, terwijl hij of zij toch gewoon goed eet. Daarnaast zie je vaak een wat viezige vacht, omdat de kat zich minder goed wast. En soms ook gedragsveranderingen (zoals aggressie).
Diagnostiek
De diagnose stel je met een bloedonderzoek op schildklierhormoon. Vaak worden dan ook meteen wat andere mogelijke oorzaken voor gewichtsverlies mee getest. Bij de meeste klinieken (waaronder Dierenkliniek Dordrecht), kan dit gewoon in de kliniek geanalyseerd worden.
Therapie
Er zijn een aantal therapeutische mogelijkheden bij hyperactieve schildklier katten:
- Tabletjes
- Drankje
- Oorzalf
- Chirurgie
- Bestraling
- Dieet
De therapie begint altijd met het medicamenteus onderdrukken van de schildklierhormoon productie. Dat kan met pillen, met een vloeistof voor in de bek of met een oorzalf.
Als de kat dan eenmaal in balans is, is er de mogelijkheid om het permanenter aan te pakken. Dat kan met chirurgie, of met bestraling.
De chirurgie was lang geleden de enige optie, en heeft een paar grote nadelen. Zo moet je uitvogelen welke schildklier (je hebt er aan elke kan één) je moet verwijderen. Als je hem verwijdert, is de kans groot dat je vrij snel daarna ook de andere moet verwijderen. En als je schildklieren verwijdert, kan het gebeuren dat je (per ongeluk) ook de bijschildklier verwijdert of beschadigt. Vaak komt dit dan alsnog neer op dagelijks pillen geven, om dat te compenseren. Laat nou “ik wil geen dagelijks pillen aan mijn kat geven” precies de hoofdreden zijn om verder te gaan dan enkel medicamenteus behandelen. Dus chirurgie wordt niet vaak meer toegepast.
Bestraling is de moderne permanente aanpak van hyperthyreoidie. Dan wordt er radioactief jodium aan de kat gegeven, zodat het stukje schildklier wat onzinnig hard hormoon maakt, door de radioactiviteit kapot gemaakt wordt. Dan blijft er normaal schildklier weefsel over. Het grootste nadeel hiervan is dat de kat een tijdje uit logeren moet. Daarna kost het aardig wat, en bestaat er de kans dat er ooit weer een nieuw stukje schildklier teveel gaat produceren. Deze behandeling wordt aangeboden door de Universiteit Utrecht, de Universiteit Gent en door Dierenkliniek De Lingehoeve in Liende.
Er bestaat ook nog een therapie die berust op het geven van een dieet, waar geen jodium meer in zit. Dit is op zichzelf een prima methode, maar is praktisch vaak erg lastig uit te voeren. Zo vinden een hoop katten het voer niet lekker, en mag de kat ook niks, maar dan ook niks anders binnenkrijgen. Een kat die dus wel eens aarde van zijn of haar pootje likt, krijgt meteen weer last van de schildklier.
Controles
Als een kat eenmaal aan de schildklierbehandeling deelneemt, moet er regelmatig gecontroleerd worden of de therapie nog wel voldoende werkt. Meestal wordt dat gedaan met regelmatige bloedonderzoeken (elk half jaar is ideaal). Als geld echt een groot probleem is, zou regelmatig wegen ook een indicatie kunnen zijn. Het lastige daarvan is dat je pas als het hormoon echt weer te hoog is, gedurende langere tijd, gewichtsverlies gaat merken. En in de tussentijd is de bloeddruk te hoog geweest, en is er dan mogelijk weer extra nier- en hartschade.
Bij een schildklierhormoon die langere tijd te hoog is, kun je schade aan allerlei organen oplopen. Dus vaak worden de nieren ook meegetest bij het bloedonderzoek, en mogelijk de bloeddruk. Soms ontstaan er ook hartklachten.
Leave a Comment
(0 Commentaren)