Waarom is de dierenarts duur?

Er is in de media veel te doen over de prijzen van dierenartsen. Er wordt vaak van alle kanten wat geroepen, maar niet heel erg veel geluisterd. Baasjes mopperen “de dierenarts is duur“, dierenartsen voelen zich persoonlijk aangevallen, en journalisten hebben een mooi emotioneel onderwerp wat veel clicks oplevert.

Maar waar komt het nu allemaal vandaan? Is de dierenarts te duur?

Dierenartsen kosten veel geld. Een simpel bezoekje kost al snel honderd euro, en als er spannende dingen nodig zijn is het al snel vele honderden tot duizenden euro’s. Elk getal met twee nullen of meer is veel geld. Maar is het ook duur? Want dat zou betekenen dat het te veel geld is, en dat het dus goedkoper kan. Waar komen de prijsverschillen vandaan. En wat heeft de komst van (internationale) ketens hier mee te maken?

Dat gaan we in dit stukje proberen uit te leggen. Daar gaat een beetje rekenwerk bij komen kijken, dus om het leesbaar te houden, hebben we hier en daar wat hoekjes afgesneden.

Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)

In tegenstelling tot kappers en fietsenmakers, vallen dierenartsen niet onder het lage BTW percentage. Alle handelingen, gebruikte spullen en gegeven medicatie zijn dus 21%. Daar kunnen we allemaal wat van vinden, maar zolang dat zo is, gaat van elke 100 euro die je uitgeeft bij de dierenarts ongeveer 18 euro naar de belastingdienst. Waarom niet 21 euro? Omdat de medicijnen die je overhandigd krijgt, maar voor 9% belast zijn. Nu hoeven we de overheid ook weer niet meteen de roverheid te gaan noemen. Effectief kost een consult van 50 euro dus, in een ideale wereld zonder BTW, nog steeds 40 euro. Dat is nog steeds niet een goedkoop iets.

Opbouw van de kosten van dierenklinieken

Gemiddeld genomen, worden de kosten van een dierenkliniek verdeeld onder personeelskosten, inkoopkosten en overige kosten. En dan blijft er een bepaald percentage over voor de eigenaar van de kliniek. In zelfstandige klinieken is die eigenaar meestal ook een dierenarts die op de werkvloer meewerkt.

Nu zijn er een hoop verschillende groottes kliniek, en een hoop verschillende type klinieken. Je hebt klinieken met één dierenarts en twee assistenten, maar ook klinieken met vijftien artsen en twintig assistenten, vijf telefonistes, etc. De ene kliniek ziet enkel katten, terwijl een andere kliniek (ook) varkens, paarden, pluimvee en/of koeien bezoekt. Dus de volgende percentages zijn gemiddelden in de sector, en dan met name in de sector waar de meeste media aandacht voor is: de gezelschapsdieren dierenklinieken.

  • 40% personeelskosten
  • 35% inkoopkosten
  • 15% overige kosten
  • 10% ondernemersinkomen

Wat moet een dierenarts dan kosten

We gaan ook hier een aantal aannames doen, en later zullen we de aannames en prijsverschillen wat verder uitwerken. We nemen aan dat een dierenarts ongeveer twee goede assistenten (para-veterinairen) nodig heeft om te werken. Als je dan de CAO van de sector er bij pakt, kom je op een maandelijkse post van salariskosten van 10.000 uit voor zo’n team.

Dat is per jaar 120.000. Met nog wat andere personeelskosten er bij, nemen we dan voor het gemak 150.000 per jaar.

Er wordt ongeveer 1800 uur op de werkvloer gewerkt door dit team. Per gewerkt uur kosten ze 83,33. Maar dat is maar 40% van de totale omzet die ze zouden moeten halen (weet je nog die personeelskosten van hierboven?). Dus als je dat deelt door 40, en vermenigvuldigt met 100, krijg je ongeveer 200 per uur. Maar dan ben je er nog niet:

Ze zijn echter niet de hele tijd volgeboekt met patiënten en betalende klanten. Zeg dat ze 60% van de tijd daadwerkelijk centjes aan het verdienen zijn. Dan moeten ze in een uur gewerkte tijd 200/100*60=333 euro omzetten.

Wat kost een consult bij een dierenkliniek dan

Een dierenarts wordt meestal per 15 minuten in de agenda gezet. Meestal wordt er bij een consult een extra handeling of medicatie ingezet (en daar valt een vaccinatie ook onder). Maar er zitten ook genoeg goedkopere, of zelfs gratis controles in zo’n uur. Gemiddeld moet een dierenarts per consult ongeveer 83,25 omzetten volgens de bovenstaande berekening, exclusief BTW. Dus 100 met BTW!

Het klinkt natuurlijk erg vreemd, voor iemand die in de zorgsector werkt: iemand moet iets omzetten. En je wilt ook echt niet een manager die bij de arts op de vingers kijkt om te hameren op deze “omzet per consult”. De taak van de baas van de kliniek (in dit rekenvoorbeeld dus de eigenaar dierenarts) is om het prijsbeleid zo te voeren dat de artsen en assistenten dit “doel” halen, zonder dat ze gemotiveerd worden om stoute en onzinnige dingen te doen. Daarom hamert onze kliniek ook op eerlijke prijzen, niet zozeer op lage prijzen. Daarbij helpt het als de baas in kwestie uit de sector komt.

Maar met deze bedragen, is het dus niet gek als een consult zelf 45, 55, of zelfs 65 kost.

Waarom kost chirurgie dan zoveel meer

Chirurgie heeft het voordeel dat het per echt gewerkte minuut heel efficiënt lijkt: elke minuut kun je doorberekenen. Het nadeel van chirurgie is echter dat juist de tijd tussen de operaties de omzet doet verdampen. Het is geen lopende band, waar de chirurg nieuwe handschoenen aantrekt en meteen door kan gaan met de volgende patiënt.

Daarnaast zijn er, naast de chirurg en de twee basis para-veterinairen die genoemd worden in het rekenvoorbeeld, meer mensen nodig om dit op een bepaald niveau te doen (om een voorbeeld te geven van een middelmatig drukke kliniek: terwijl er twee assistenten bezig zijn de volgende patiënt onder anesthesie te brengen, er een assistent bij de chirurg de anesthesie staat te begeleiden, is er ook een assistent bezig met de wakker wordende patiënten en het klaarzetten van de spullen voor de volgende operatie).

Salarissen van dierenartsen, para-veterinairen en ander personeel

Hond met een unieke kijk op eerlijke prijzenLange tijd stonden dierenartsen onderaan bij de gemiddelde salarissen van ‘gestudeerde mensen’ (toen ik ging studeren stonden alleen theologen lager op de Elsevier ranglijst). En de salarissen van de gediplomeerde para-veterinairen zat en zit zo laag, dat toen onlangs het minimumloon een paar sprongen maakte (daarover later meer), het CAO loon van de meeste para-veterinairen werd ingehaald door het minimumloon.

De afgelopen paar jaar, is er een enorme inhaalslag bezig om deze lage salarissen op een niveau te krijgen dat mensen nog steeds dierenarts willen worden (en vooral blijven). De eerste grote winst hierin, is de niet-bindende CAO geweest. Die weliswaar niet bindend is, maar wel als leidend gezien wordt door de meeste dierenklinieken. De tweede grote winst was de komst van de ketens. Want hoewel er een start gemaakt was met de niet-bindende CAO, was het bundelen en professionaliseren van veel klinieken het echte breekijzer die dit in een stroomversnelling gebracht heeft.

Deze CAO stijging, maar ook de flinke minimumloon stijging de laatste jaren, heeft er voor gezorgd dat bovenstaande berekening uitkomt waar hij uitkomt. Dat geldt trouwens niet alleen voor de diergeneeskunde. Overal waar personeelskosten een groot deel uitmaken van de totale kosten, zijn er flinke prijsstijgingen nodig geweest om dit mogelijk te maken. Om een voorbeeld te geven: het minimumuurloon was in 2020 nog 9,70. In 2025 is dat 14,40. Dat is een stijging van bijna 50%.

Medische zorg in ontwikkeling

Wat ook enorm veranderd is in de diergeneeskunde, is de tijd en aandacht die het individuele dier krijgt. Vroeger werd er minder tijd en aandacht besteed aan de geestelijke gesteldheid van de patiënt, en was er ook minder bekend met betrekking tot alle mogelijke aandoeningen. Dat zorgde er voor dat er vroeger minder tijd in elke patiënt ging zitten, en ook minder onderzoek.

We wisten minder, we konden minder, we deden minder. Dat zorgde voor een stuk meer dierenleed.

Elke omschrijving hiervan komt al snel neer op een “opa vertelt”. Daar heeft National Geographic nog een hele tijd mooie televisie van gemaakt. Dat prikkelt de nostalgie, maar levert met moderne inzichten ook veel wrijving op. Ik laat de ethische discussie hierover even voor wat het is.

Opa vertelt #1: het kattenkrab abces

Vroeger: Kat werd uit mandje geschud of getrokken, bult werd bevoeld, kat kreeg een prik met penicilline en ging naar huis.

Nu: Kat komt zelf uit het mandje, of dak wordt er vanaf gehaald. Bult wordt gevoeld. Toestand van kat wordt bekeken. Krijgt wat ontstekingsremmer (uit de familie van ibuprofen) mee naar huis, baasje krijgt uitleg wanneer ze actie moeten ondernemen.

Verschil: Antibiotica komt eigenlijk niet in het abces. Kat voelt zich er wel rot van. Meestal gaat het ‘vanzelf’ goed, maar we ondersteunen dus de patiënt. Daarnaast is het belangrijk om baasje mee te geven, wanneer ze aan de bel moeten trekken.

Opa vertelt #2: castratie kater

Vroeger: Kat krijgt ongezien een prik in de billen met een mengsel van 2 stofjes in een dosering die voor een kat van 2 tot 10 kg “genoeg” is (en dus ietwat veel voor de kat van 2kg). De assistente voert de castratie uit (wat nu bij wet verboden is). Kater wordt wakker geprikt en stuitert alle kanten op, omdat hij nog een erg hoge dosering anesthesie in zijn bloed heeft, of men laat hem uitslapen waarbij hij onbewaakt een lage bloeddruk en onderdrukte ademhaling heeft.

Nu: Kat wordt nagekeken, en krijgt op basis van gewicht en temparement een cocktail van 4 verschillende stofjes. Castratie wordt door arts uitgevoerd. Krijgt daarna een injectie met tegengif. Omdat de dosering van de andere middelen zo laag is, zit hij vrij snel al weer om zich heen te kijken.

Verschil: In beide gevallen gaat de kat levend naar huis. Maar “levend” is niet het hoogst haalbare. Op de nieuwe manier is er minder angst, minder bijwerkingen van de medicatie, en minder belasting van het lichaam.

Medische richtlijnen, medisch niveau

Er zijn in de diergeneeskunde bijna geen harde vereisten en nauwelijks richtlijnen. Elke kliniek, en soms zelfs elke individuele dierenarts, mag zelf bepalen wat zij “minimum standaarden” vinden. De een vindt het niet kunnen dat er een anesthesie plaatsvindt zonder uitgebreid vooronderzoek van de patiënt (bloedonderzoek, hartecho, etc.), terwijl de ander het helemaal prima vindt om hetzelfde hechtdraadje bij meerdere patiënten te gebruiken.

Het is aan u, als klant, om in te schatten welke kliniek (en welke prijs) u vertrouwt met uw huisdier. Dat is enorm lastig, want de gewone consument heeft geen idee van de reden van de prijsverschillen. Het is zelfs goed mogelijk dat een dure kliniek, toch goedkope zorg levert. Doe navraag, kijk elkaar goed in de ogen en denk kritisch na.

Het is natuurlijk verleidelijk om dan te roepen dat er maar een instantie moet komen die kwaliteit afdwingt of meetbaar maakt, maar ook dat kost tijd. En tijd moet ook betaald. Zeker bij het midden- en kleinbedrijf wordt elke regeldruk meteen werkdruk voor de eigenaar. En dus prijsdruk voor de klant.

Prijsverschillen tussen dierenartsen

Elke dierenkliniek is een onderneming. Groot of klein, dat maakt niet uit. Dus elke kliniek heeft de bovenstaande getallen en overwegingen om mee te nemen in hun prijszetting.

Hoeveel tijd steken we in onze patiënten, hoeveel ondernemingswinst willen we behalen, hoe erg vinden we het om in drukke tijden patiënten te weigeren, hoeveel buffer moeten we hebben om tegenslagen op te vangen, etc.

Prijsverschillen van 10%, zelfs 20% zijn prima te verklaren door kleine verschillen tussen praktijken. Als een prijsverschil meer dan 30% is, wordt het verdacht (naar duurder en naar goedkoper). Doe dan gedegen onderzoek als consument!

De grootste kostenpost is personeelskosten. Dus gek lage prijzen moeten uit dit potje komen. Vaak zullen dit kleine praktijken zijn, want dan komt het grootste gedeelte van deze ‘korting’ uit de beloning van de eigenaar/ondernemer. Maar ook op aandacht voor de patiënt voor en (vooral?) achter de schermen kan gekort worden op personeelskosten.

Als jullie goed hebben opgelet gaat er ook veel geld verloren bij de efficiënte inzet van het personeel: een erg goedkope kliniek zal het wat drukker hebben, wat die 60% effectief gewerkte tijd kan opkrikken. Wat ons brengt bij de volgende overweging:

Billability

Een lekker klinkend woord, wat aangeeft hoeveel van de gewerkte uren doorberekend kunnen worden aan een klant. Dit is de heilige graal van elke bedrijfstak waar personeelskosten een groot deel van de totale kosten uitmaken. In bovenstaande rekenmodel hebben we wat laag ingezet met 60%, maar dat is mede ook gedaan omdat de twee para-veterinairen per dierenarts ook wat laag was ingezet. Dat leverde wat rondere getallen op.

Hoe dan ook: een erg drukke dierenarts zit natuurlijk hoger dan die 60%. Dat zorgt er al snel voor dat deze dierenarts ook wat minder kan rekenen voor de diensten die ze verlenen. Dat lijkt een win voor iedereen: goedkoper voor de klant, en de dierenarts kan lekker doorpezen en zit moe, maar voldaan, op de bank ’s avonds. Dat was vroeger in een hoop vakgebieden het geval trouwens: kostwinner, iemand die thuis het huishouden draaiend hield, etc.

Daar zijn er altijd een paar van in Nederland actief. Lijkt alleen maar voordelen te hebben, maar heeft ook zeker nadelen. De hoeveelheid kennis die er nodig is om een klein ziekenhuisje te draaien, is enorm. Vergeet niet dat in bijna elke zelfstandige dierenkliniek de kennis en apparatuur aanwezig is om

  1. te adviseren
  2. te vaccineren
  3. voeding te kiezen
  4. bloedonderzoek te interpreteren
  5. tandheelkunde uit te voeren
  6. anesthesie uit te voeren
  7. chirurgie uit te voeren
  8. internistische zorg te verlenen
  9. etc.

In vooral een kleine kliniek moet dit allemaal in het hoofd van een enkele arts zitten. Als dat hoofd meer dan 80% van de tijd bezig is met uitvoeren op dit niveau, kan er wel eens buiten de lijntjes gekleurd worden. En juist in kleine klinieken is dan de persoon die dat zou moeten signaleren, de persoon die op dat moment buiten de lijntjes kleurt.

Grote klinieken die op deze manier de billability hoog willen houden, en daarmee de prijzen laag (of andersom) bestaan nooit lang. Personeel wat je op deze manier inzet, brandt snel op.

De ketens

Wat ons brengt bij de grootste klinieken: de ketens van dierenklinieken. Zoals hierboven bij de salarissen al genoemd, hebben zij bijgedragen aan de prijsstijgingen door mede de salarissen uit het slop te trekken. We mopperen allemaal graag op de prijzen van de klinieken, maar we kunnen er weinig op tegen hebben dat dierenartsen tegenwoordig niet meer helemaal onderaan de academische beroepen staan.

Ook hebben de ketens een hoop klinieken overgenomen van dierenartsen die klaar waren met het ondernemerschap. Dus een hoop dierenklinieken die bovenstaande berekeningen nooit maakten, en maar de prijslijst kopieerden van de buurtcollega, werden ineens eigendom van een groep mensen die wel dat soort berekeningen maken.

Verder is het belangrijk om te beseffen dat een grote corporate geen ziel heeft. Dat wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd, alsof dat slecht zou zijn. Mijn auto heeft ook geen ziel, maar brengt me prima waar ik moet zijn. Stoot daarbij wel CO2 uit, en als de persoon met ziel (de bestuurder) niet goed uitkijkt, of als we enorme pech hebben, rijden we ergens tegenaan. De corporate heeft dus geen ziel, maar het personeel (van boven tot onder) wel. Het bedrijf heeft echter als basis doel: winst maken.

Verhoging efficiëntie

Meer winst dan de schamele 10% die in ons rekenvoorbeeld gebruikt wordt, kun je behalen door de billability op te voeren. Dat is een balanceer oefening, want als je dat teveel doet, gaat je personeel mopperen. Ook kan dat problemen opleveren met piekbelastingen: het is niet altijd even druk in de zorg (dit geldt trouwens ook voor mensen ziekenhuizen). Soms staat je 70% efficiënte arts de hele dag vol, en soms staan ze een week lang maar de helft van de tijd volgeboekt. Als je een strakke onderneming draait, heb je ze bijna altijd op 80-90% volgeboekt staan, maar dan houd je weinig speling over voor die weken dat er meer zorg nodig is. En dan krijg je wachtlijsten. Dat is de reden dat je bij kleinere kliniek vaak sneller terecht kunt, en sommige klinieken zelfs een patiëntenstop hebben.

Prijzen verhogen

En de andere makkelijke post waar je als bedrijf je omzet mee kan doen toenemen is door de prijzen te verhogen. En dan komen we bij het meest zichtbare deel, waar dan ook een hoop gemopper door komt. Zoals hierboven ook al genoemd, is een groot gedeelte van deze stijging het gevolg van nu ineens wel de berekening maken, die eerst niet of anders gemaakt werd. En een gedeelte van de verhoging komt doordat het gewoon kan. Dat mag in een vrije markt. Het wordt pas een probleem als, door micro-monopolies, de klanten (of werknemers, of leveranciers) geen keus hebben. Als mensen daar iets tegen willen doen, moeten ze niet bij elke sector aparte regeltjes verzinnen. Want dit vindt ook plaats bij boekhouders, sportscholen, kinderdagverblijven, fietsenmakers, loodgieters, ziekenhuizen, etc.etc. Als je daar iets mee wilt doen, kun je beter de monopolie wetgeving aanpassen voor alle bedrijven.

Conclusie

Geen cent te veel, dierenarts duurDe prijzen van dierenartsen zijn de laatste jaren flink gestegen, maar dat is goed te verklaren. Er worden geen belachelijke winsten gemaakt en niemand wordt afgezet. Het is veel geld, maar als uw huisdier goede zorg krijgt, is veel geld niet hetzelfde als duur. Wel is het zaak om als diereigenaar een kliniek te kiezen die u vertrouwt met uw huisdier. En alleen op prijs deze beslissing baseren kan dan onverstandig zijn.

Leave a Comment

(0 Commentaren)

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *