Kattenkwaaltjes: oude katten die afvallen

Een veelvoorkomende kwaal bij de oudere kat is dat hij/zij mager wordt. Een hoop mensen denken dat dat komt, omdat de kat ouder wordt. Maar ouderdom is geen ziekte! Als een kat mager wordt, is er meestal iets medisch aan de hand. En meestal is daar ook iets aan te doen!

Wat betekent afvallen

Het klinkt voor-de-hand-liggend, maar je valt af als je meer energie gebruikt dan je binnen krijgt. Wat kan er dan aan de hand kan zijn als je onbedoeld afvalt?

  1. Minder eten
  2. Hetzelfde eten, maar braken of overgeven
  3. Hetzelfde eten, maar niet goed verteren
  4. Hetzelfde eten, maar het lichaam neemt het niet goed op
  5. Hetzelfde eten, hetzelfde opnemen, maar meer verbruiken
  6. Hetzelfde eten, hetzelfde opnemen, maar meer verliezen

In dit verhaaltje gaan we verder met de nummers 5 en 6. Als je kat afvalt omdat één van de eerdere nummers geldt, moet je natuurlijk ook naar de dierenarts. Meestal doen mensen dat dan sowieso, want dan zijn er duidelijke symptomen: niet eten, braken, of diarree.

We gaan ons nu wat meer toeleggen op afvallen zonder duidelijke symptomen.

Verhoogd verbruik

De oudere kat die maar dunner wordt, maar wel gewoon eet, kan last hebben van een verhoogd verbruik. Daar zijn twee grote oorzaken van.

Verbruik 1: Schildklier

Één komt erg veel voor, en dat is een hyperactieve schildklier. Als je daar last van hebt, draait alles in je lijf net een tandje harder. Dat is het geniepige ook, want die katten lijken dus totaal niet ziek en hebben vaak een goede eetlust. Als dit het geval is, is het zaak om zo snel mogelijk de diagnose te stellen: een hyperactieve schildklier kan medisch tot de orde geroepen worden.

Verbruik 2: Tumor

Een andere reden, die een stuk minder vaak voorkomt, is verbruik door een stukje stout weefsel. De immer gevreesde tumor. De meeste tumoren zorgen echter ook voor andere problemen, naast energie verbruik.

Afvallen door een overactieve schildklier (hyperthyreoidie genaamd) komt dus veel vaker voor dan tumoren!

Verhoogd verlies

Drie andere kwaaltjes die bij katten ook vaak voorkomen en gewichtsverlies door het verliezen van energie veroorzaken zijn de volgende.

Verlies 1: Diabetes Mellitus (type 2)

Katten kunnen, net als mensen, diabeet worden. Dat komt meestal voor bij de dikkere katten. Die vallen dan ineens af, omdat ze (onder andere) een heleboel energie verliezen met hun urine: ze plassen suikerwater uit. Het is bij de meeste katten goed te doen om dit gereguleerd te krijgen. In een hoop gevallen (meer dan de helft!) kunnen katten zelfs genezen van Diabetes als ze correct behandeld worden!

Verlies 2: Nierfalen

Bij sommige vormen van nierfalen lekken de nieren eiwitten (PLN: Protein Losing Nefropathy). Het kost erg veel energie om dat aan te vullen met het eten. Er zijn medicijnen om de bloeddruk in de nieren aan te passen, zodat deze wat rust krijgen. En ook met een aangepast dieet kan een kat met nierfalen vaak nog lang gelukkig leven.

Verlies 3: Darmproblemen

Niet alleen de nieren, ook de darmen kunnen eiwitten lekken (PLE: Protein Losing Enteropathy). Dit gaat in de meeste gevallen samen met diarree, dus dat wordt meestal wel opgemerkt.

Diagnostiek

Gelukkig vallen de meeste katten met één van deze aandoeningen op bij de jaarlijkse controle. In ander gevallen valt het gewichtsverlies de baasjes zelf op.

Dan onderzoeken we de kat, zoals hij of zij is, op tafel. In de meeste gevallen is er dan al een sterk vermoeden. Afhankelijk van dit vermoeden wordt eerst een urine-onderzoek gedaan, of meteen een bloedonderzoek. De meeste mensen die dit traject ingaan, kiezen bij ons voor het VetPlan Plus. Op de manier kunnen ze dit onderzoek in termijnen betalen.

Samengevat

Bijna alle gevallen waarbij een oudere kat afvalt, hebben een medische oorzaak. En bijna al deze medische oorzaken zijn behandelbaar! Denk dus niet “oh, onze kat wordt dunner, want oud”, maar “onze kat wordt dunner, daar kunnen we wat aan doen”.

 

Kwaliteit – intuberen

Zoals al in ons stukje over de Kwaliteit Anesthesie aangestipt, is het intuberen van patiënten die onder narcose gaan erg belangrijk. Dat zeggen we wel zo makkelijk, maar wat houdt dat intuberen nou precies in, en waarom doen we het?

Betekenis intuberen

Keelinspectie hond
Als je over de tong van een hond (of kat) de diepte inkijkt, zie je in de verte een donker gat. Dat is de luchtpijp.

Het woord geeft al aan dat er een tube, een buis, ergens in gaat. Dat wil zeggen dat we een speciale buis in de luchtpijp brengen, om zo een directe, water-en-lucht dichte aansluiting op de longen te hebben.

Om dit voor elkaar te krijgen moet de patiënt al goed slapen. Soms lukt dat al met de prik die als eerste medicatie gegeven is (de zogenaamde “pre-medicatie”), maar meestal moet er een snufje propofol bijgegeven worden. Dat is één van de redenen dat al onze anesthesie patiënten die langer dan 15 minuten onder zeil gaan een infuus krijgen: Dat moet namelijk direct in de bloedbaan gegeven worden.

Als de tube eenmaal in de luchtpijp zit, blazen we het ballonnetje op om een luchtdichte afsluiting te krijgen.

Twee tracheatubes
Twee maatjes tracheatube, zonder patiënt er aan vast

Konijnen

Larynxmasker konijn
Een foto van één van onze larynxmaskers voor konijnen

Konijnen zijn door hun anatomie en grootte (eigenlijk meer hun “kleinte”) erg lastig te intuberen. Maar omdat ook konijnen dezelfde ondersteuning en bescherming verdienen als honden- en katten, hebben we daarvoor een larynxmasker. Die kunnen we blind tot achter in de keel brengen, en sluit dan mooi over het strottehoofdje aan. Op die manier kunnen we een veilige aansluiting op de longen garanderen.

Redenen om te intuberen

De drie hoofdredenen om te intuberen zijn:

  1. Beschermen van de luchtwegen
  2. Meten van de uitademingslucht
  3. Toedienen van zuurstof en anesthesiegas

Beschermen van de luchtwegen

Één van de drie reden om te intuberen is om de luchtwegen te beschermen. Soms braken patiënten, of loopt er passief maaginhoud de mond in. Als je dan ligt te slapen, kun je je verslikken. En je wilt geen maaginhoud in je longen hebben: dan krijg je een heel ernstige longontsteking.

De dierenarts van Dierenkliniek Dordrecht die een hond intubeert toen hij nog bij Dierenkliniek Culemborg werkte

Naast maaginhoud, komt er ook een hoop viezigheid van voren. Normaal speeksel kan het verkeerde gat inlopen, maar bij sommige ingrepen (zoals een gebitsreiniging) werken we ook met veel water in de mond. De patiënt kan dat niet wegslikken, dus zou het zonder zo’n tube gewoon de keel inlopen. En dat willen we niet!

Meten van de uitademingslucht

De tweede reden om te intuberen, is omdat je op die manier goed kan meten wat er uitgeademd wordt. Met name CO2 is erg belangrijk. Bij een wakker mens of dier, regelt het lichaam hoe vaak je ademhaalt door de CO2 concentratie in het bloed goed te meten. Maar onder anesthesie werkt dat systeem niet, of niet betrouwbaar (afhankelijk van de stofjes die gebruikt worden). Dus kan het gebeuren dat het CO2 in je bloed te hoog wordt (en zuurstof te laag). Dat kan ernstige gevolgen hebben, van spierpijn, tot onderkoeling, tot hersenschade.

Anesthesie opsteling kat
Voorbeeld van een kat onder anesthesie: geintubeerd en met een infuus in het linker voorpootje

Daarom meten we met een capnograaf bij elke patiënt die onder anesthesie gaat de CO2 in de uitademingslucht.

Wordt de CO2 te hoog in de uitademingslucht, dan kan het dat:

  • de patiënt te weinig, diepe ademteugen neemt
  • de patiënt te veel tweede-hands lucht inademt

Dan beoordelen we dus de diepte van de anesthesie, de instellingen van de apparaten die voor de luchtvoorziening zorgen, en gaan we de patiënt actief beademen.

Wordt de CO2 te laag in de uitademingslucht, dan kan het dat:

  • de patiënt te ondiep of te snel ademt
  • het hart van de patiënt niet meer goed werkt

Dan beoordelen we dus de diepte van de anesthesie, en de vitale functies van de patiënt.

Toedienen van zuurstof e.a.

De derde reden om te intuberen, is om de patiënt een uitgemeten hoeveelheid lucht te kunnen geven. Uitgemeten per minuut, maar ook uitgemeten in samenstelling. Op deze manier dienen we extra zuurstof toe, zodat uw hond, kat of konijn alle organen goed van zuurstof kunnen blijven voorzien.

Als er bij het meten afwijkingen gevonden worden, kunnen deze (onder andere) op deze manier gecorrigeerd worden.

Ook kan er op deze manier anesthesiegas worden toegediend. Dat is een eenvoudige manier om de anesthesiediepte te regelen, en bij de meeste patiënten een veilig middel. Het grootste voordeel hiervan is dat, als je het uitzet, de werking binnen een paar ademteugen weer weg is.

Intuberen bij Dierenkliniek Dordrecht

Zoals boven al beschreven is het intuberen van anesthesie-patiënten bij Dierenkliniek Dordrecht standaard. Alleen dieren die zowel minder dan 15 minuten onder anesthesie gaan, als rechtop gehouden worden tijdens de ingreep (voornamelijk zijn dat de katers voor castratie), worden niet geïntubeerd.

Alle dieren die geïntubeerd worden, hebben een intraveneus catheter. De enige uitzondering hierop zijn erg kleine konijnen: daar gebruiken we een larynxmasker, en kost het soms te veel tijd om een goed bloedvat te vinden.

Het intuberen van patiënten is een eenvoudige en goedkope manier om te zorgen dat dieren

  • met minder pijn wakker worden
  • geen schade oplopen van een anesthesie
  • veilig onder anesthesie blijven
  • gecontroleerd onder anesthesie blijven

Anaalklier problemen

Veel honden hebben wel eens last van hun anaalklieren. Dit jeukt, of doet zelfs pijn. En het vervelende is dat ze er niet bij kunnen om te krabben!

Dus gaan ze vaak sleetje rijden of eromheen bijten. Ook kan het erg stinken. Als de verstopping te erg wordt, kan zo’n zakje barsten en een erg vervelende ontsteking geven onder de huid.

Het is dus ook zaak om zo spoedig mogelijk met een hond die last heeft, naar de dierenarts te gaan. Neem dan dus zo spoedig mogelijk contact op!

Hoe erg is het?Wat doen we er aan?
Af en toe last (minder dan 1 keer in het half jaar). Geen andere symptomenMet de hand leegdrukken
Vaak last, of het voelt ontstoken. Allergie onder controleHele hond krijgt antibiotica en ontstekingsremmer
Vaak last, allergie onder controle en ontstekingsremmer en antibiotica werken niet voldoendeZakje spoelen en lokaal ontstekingsremmer en antibiotica inbrengen
Probleem blijft maar terugkomenChirurgisch verwijderen of openleggen van de zakjes